"Opnieuw is een groot aantal dapperheidsonderscheidingen
toegekend aan Nederlanders, die zich tijdens de bezetting hebben onderscheiden
bij het verzet. Het Bronzen Kruis is o.a. verleend aan wijlen Mr W.M.
Kolff, oud-burgemeester van Deil, een van de eerste leiders van het
verzet in de Betuwe. Wijlen Mr. W.M. Kolff begon reeds in Mei 1940
met zijn illegale werk en vormde toen een verzetsgroep, welke later
overging in een grote landelijke organisatie. Hij verrichtte reeds
direct belangrijk werk, maar vestigde helaas de aandacht van de Duitsers
op zich, die hem op 8 Augustus 1942 arresteerden. Die arrestatie had
een tragische bijzonderheid. Mr W. M. Kolff kwam thuis toen juist
de telefoon ging. Zonder de deur achter zich te sluiten, begaf hij
zich naar het apparaat en de S.D.-ers, die zich aan zijn woning vervoegden,
konden onbelemmerd het huis binnen stappen, de burgemeester de kans
ontnemend zich in een geheime bergplaats te versteken. Hij werd weggevoerd
en verbleef o.a. in Vught en een Utrechtse gevangenis. Op 64-jarige
leeftijd overleed Mr. Kolff ten slotte in een Duits concentratiekamp
in Polen." |
De heer, W.Ch.J.M. van Lanschot te Eindhoven bericht: Als ik mij
goed herinner, werd ik door Hans 's-Jacob met Tim Kolff in contact
gebracht. Al spoedig stond hij in onze organisatie bekend als "de
kleine man". Met hem en met de burgemeester van Rossum, Van
Goelst Meyer, had ik regelmatig contact en ontstond een zeer nauwe
samenwerking. Tim verschafte mij voor alle gevallen, waar ik hem
om vroeg, valse papieren voor agenten en anderen, die deze voor
hun activiteiten nodig hadden. Hij bracht mij in contact met een
sabotagegroep in Tiel, welke eenige belangrijke opdrachten voor
ons uitvoerde. Tevens hielp hij mij bij het wegsmokkelen van mensen
naar Engeland. Vele bijeenkomsten melden in het café-restaurant,
gelegen vlak bij de brug bij Zaltbommel. Ook werden mensen, die
op weg waren naar Zwitserland door hem opgenomen. Persoonlijk onderhield
bij veel contacten, die hij gebruikte om de opdrachten, welke hij
door mijn intermédiaire van de uit Engeland komende agenten
Kees Schragen en Hans Zomer ontving, uit te voeren. Nadat hij in
O.D.-verband gearresteerd was, ontmoetten wij elkaar wederom in
de gevangenis van Utrecht. Bij onze resp. verhoren werden wij naar
elkaar gevraagd. Wij konden ons echter beroepen op een oude familievriendschap
en konden dus onze illegale activiteit volkomen verzwijgen. Een
zeer spannend moment ontstond nog, toen een briefje, dat men via
een bonafide Nederlandse bewaker trachtte naar buiten te smokkelen,
achterhaald werd
|
en Tim en ik afzonderlijk zwaar in verhoor werden
genomen. Later werden wij regelmatig samen met de Generaal Röell
gelucht en de opgewektheid en het gevoel voor humor van de kleine
man werkte altijd bijzonder opbeurend. Nadat onze resp. processen
hadden plaats gevonden, gingen onze wegen uit elkaar en helaas
vernam ik bij mijn terugkeer, dat hij het hoogste goed gegeven
had voor Koningin en Vaderland.
De kleine man was een gróót man, die door zijn voorbeeld
vele jongeren geïnspireerd heeft. Zijn nagedachtenis zal
door allen, die hem
gekend hebben en in het bijzonder door hen, die weten hoe zwaar
zijn strijd is geweest, in hoge ere worden gehouden.
|
Gelukkig konden
wij ook die zware dagen doorkomen.
Z.E. Luitenant-Generaal b.d. Jhr. W. Röell geeft mij nog eenige
indrukken omtrent zijn samenzijn met Tim in de Utrechtse gevangenis
aan de Gansstraat en hij beschrijft hem als een vrolijken, aardigen
en geestigen man, die steeds vol verhalen was, vooral over zijn
wederwaardigheden als burgemeester. Met tien man waren wij in een
grote cel opgesloten. Tim wist een goede kameraadschap te handhaven.
Niets wenschte bij voor zich zelf. De inhoud van de vele pakketten
die hem uit Deil bereikten, werd bijna geheel aan zijn lotgenooten
uitgedeeld.
Met zijn diep religieus gemoed, leidde hij de Zaterdagsche bijbelbesprekingen,
die aan den daarop volgenden Zondagsdienst vooraf gingen. Hij ging
ook voor in het dagelijksch gebed, dat ons tot in den ziel ontroerde,
niet in de laatste plaats, omdat het hem nu éénmaal
onmogelijk was om dit zonder zeker humor te doen. Hij heeft daardoor
veel bijgedragen tot een hoopvolle stemming en een zekere berusting.
Veel sprak hij met groote liefde over zijn eenig kind, zijn dochter
Liesbeth en vaak waren zijn gedachten bij haar. Onverwacht werd
Tim uit Utrecht weggevoerd.
Later heb ik vernomen, dat hij naar een Duitsch concentratiekamp
was overgebracht en deze beste kerel op 25 januari 1944 te Sonnenberg
bij Berlijn is overleden.
|