Na de moord op de pro-Duitse Nederlandse generaal Seyffardt in
februari 1943, welke aan studenten wordt verweten, volgt in Delft
een overval op collegezalen. Bij een poging om een, bij zijn weten,
nog niet overvallen T.H. Gebouw te waarschuwen, wordt hij gearresteerd.
Hij weet echter met enkele anderen in de kelder van het gebouw te
ontsnappen en daardoor wegvoering naar Vught te voorkomen. Eind
Februari 1943 besluit hij na een nieuwe razzia op studenten om onder
te duiken en hij werkt daarna enige maanden als arbeider op de scheepswerf
van J. & K. Smit te Alblasserdam. In April 1943 wordt het standrecht
van kracht verklaard op studenten, die zich niet voor werk in Duitsland
melden en tevens op hun ouders en op hen, die studenten onderdak
verlenen. Niet wetend in hoeverre hieraan uitvoering kan worden
gegeven, besluit het gros van de studenten zich onder druk van de
omstandigheden te melden en wordt Hans met vele anderen via het
doorgangskamp Ommen naar Duitsland afgevoerd. Aanvankelijk wordt
hij te werk gesteld bij de "Hannomag" te Hannover. Vervolgens
werkt hij als landmeter bij de "Seismos", eerst op de
Lüneburger Heide en daarna bij Salven.
|
Het besef om voor de vijand te werken drukt vele studenten echter
zwaar en wanneer blijkt, dat door het groeiend verzet de onderduikkansen
in Holland goed zijn, trachten velen door ontsnapping naar het vaderland
terug te keren. Tesamen met iemand, die reeds enige mislukte pogingen
had ondernomen, aanvaardt hij op 26 Februari 1944 de reis naar de
grens, naar Papenburg, zuidelijk van Embden en Leer, nabij de grens
van de provincie Groningen. Tengevolge van de vele vertragingen
in het treinverkeer missen zij daar de aansluiting met de contactmensen.
Wel doet zich de mogelijkheid voor, voor één man.
Hans laat zijn metgezel gaan, terwijl hijzelf een latere gelegenheid,
nabij de grens, zal afwachten. Zijn verblijf trekt echter de aandacht;
hij wordt opnieuw gearresteerd en opgesloten in Lager 21 bij Watenstedt
in Brunswijk. Na drie weken wordt hij uit dit kamp ontslagen, zeer
verzwakt door een aldaar opgelopen dysenterie. Na zijn terugkeer
bij de "Seismos", welke inmiddels naar Ulsen is verhuisd,
krijgt hij longontsteking en hij wordt in het hospitaal aldaar opgenomen.
Ernstig verzwakt na de geleden ontberingen, overlijdt hij reeds
een week na zijn opname op 18 April 1944. |