De 17e November 1947
werd ik onder de wapenen geroepen en ingedeeld bij 't Regiment Huzaren
van Boreel en wel bij het 6e Eskadron Vechtwagens. Dit onderdeel vertrok
reeds op 31 Maart 1948 naar Nederl. Indië. Ik vertrok eerst twee
maanden later vanwege ziekte van mijn vader.
Na aankomst in Indië verbleef ik aanvankelijk 14 dagen in Batavia,
waarna ik werd geplaatst bij het H.K.A.G. te Bandoeng. Ongeveer een
maand later werd mijn verzoek om herplaatsing bij mijn oude onderdeel
ingewilligd en zodoende verscheen ik op 4 September 1948 te Poerwokerto
bij het 7e Eskadron.
Ter gelegenheid van de Tweede Politionele Actie rukten wij via Ambarewa
op naar Solo, alwaar wij ongeveer een jaar gelegerd waren. Op 12 November
1949, na overdracht van Solo, verlieten wij deze plaats om te Koedoes,
50 km van Semarang, te worden ondergebracht. Na daar ongeveer een
maand gelegen te hebben, vertrokken wij op 14 December 1949 naar Oengaran,
op ca. 15 km van Semarang. Deze verplaatsingen hielden verband met
het geleidelijk terugtrekken van de Nederlandse troepen binnen de
zogeheten verzamelrayons.
In Oengaran zijn wij gebleven tot 15 April 1950, waarna wij terug
gingen naar Batavia en werden alle voorbereidingen getroffen in verband
met de repatriëring, die op 9 Mei 1950 plaats vond.
Het onderdeel heeft dus twee jaar in de tropen vertoefd. Gedurende
deze tijd is een band tussen onze jongens ontstaan, die men hier te
lande bij alle gemeenschappen met een kaarsje moet zoeken. |