Bericht van de Reserve Tweede Luitenant der Artillerie Mr. R.J.H. Fortuyn.
Na beëindiging van mijn studieverlof in de eerste dagen van Met 1940 keerde ik naar het Artillerie Depôt Den Haag terug. De volgende dag meldde ik mij bij mijn eigen onderdeel Staf 2 R.A., waarbij ik was ingedeeld als Lt Verkenner.
Op 10 Mei werd ik tijdelijk gedetacheerd bij de Depôt afd., gelegerd in de Oude Frederikskazerne in Den Haag. Deze Afd. werd ingeschakeld bij de nabij verdediging van de Kazerne, welke wel zeer in der haast moest worden geregeld. Ik voerde het bevel over een nabij het Nassauplein opgestelde Batterij 6 Veld, welke later op last van C. Vesting Holland richting Rotterdam vertrok onder commando van een ander officier. De toestand was zenuwachtig en verward.
Ik keerde terug naar Staf 2 R.A., kwartier houdende in het Wilhelmina Hotel te Delft en voor een deel in Huize “de Burght” (van de familie von Fisenne) te Rijswijk. Er hadden herhaaldelijk verplaatsingen plaats in verband met de posities van de vijand in en om Rotterdam. Alle batterijen van 2 R.A. waren in actie als steun voor de Infanterie tegen parachutisten in het Westland en op het Vlieg veld Ypenburg. Het waren merkwaardige batterij opstellingen, welke vuur moesten kunnen afgeven, zowel 111 N.W. als Z.O. richting.
Op 13 Mei trokken enkele bataljons, o.a. van 12 R.I., gesteund door onze artillerie op naar Overschie, waar Duitse parachutisten zich hadden geconcentreerd. De actie vorderde zeer traag. De infanterie maakte een slecht georganiseerde en gedemoraliseerde indruk. Sterren werden van de officiersuniformen en emblemen van de helmen gehaald, zulks bij wijze van camouflage!
De Divisie commandant, vergezeld van een deel van zijn Staf, waarbij ook de Artillerie staf begaven zich naar de troepen, even buiten Delft. Kort daarop volgde het bombardement van Rotterdam, waarop na enige tijd de gevechtshandelingen ten einde kwamen.
De majoors Ir. Tans en Mr. De Ruyter van Steveninck stelden zich in verbinding met het commando van de parachutisten, waarbij werd vernomen, dat een inschietvuur van een onzer batterijen op Overschie de Duitse commandopost met een voltreffer had geraakt, waarbij onder meer de Duitse commanderende generaal was gedood.