Bericht van de Oorlogsvrijwilliger, later Reserve 1e Luitenant Rudolph Egeler.
Als lid van de B.S. te Baarn, verzocht ik om een vervroegd en omgaand ontslag, daar ik naar Engeland zou vertrekken om een opleiding tot reserve officier te volgen. Op 15 Mei 1945 vertrok ik reeds naar Eindhoven en vandaar op 17 juni naar Engeland. Ik behoorde tot een groep van 600 oorlogsvrijwilligers. Te Brentwood kregen we onze eerste opleiding; daarna vertrokken we naar Wrotham. Korte tijd daarop kwam ik als cadet in Sandhurst. Op 1 November 1946 werd ik bij K.B. van 1-11-’46 tot Res. 2e Lt. der Inf. benoemd en ingedeeld bij 3-IV-R.J. te Ede. Op 30 Mei 1947 vertrokken we per s.s. “Johan de Witt” naar Indië en kwam ik met 4-1V-R.J. te Soerabaja in garnizoen.
In juli 1947 bij de eerste Politionele Actie landden we met de Mariniers op Madoera. Gedurende de eerstvolgende zomer 1948 lag ik met 4-1V-R.J. op diverse plaatsen aan de demarcatielijn op Oost Java, waar onze taak in hoofdzaak uit patrouillediensten bestond. Op 1 November 1948 werd ik bevorderd tot Reserve 1e Luitenant. De 2e Politionele Actie begon op 7 December 1948. Ons Bataljon had een defensieve taak, n.l. de bescherming van Soerabaja, met vele harde gevechten op het Ardjoeno complex, ten zuiden van Soerabaja. In januari 1949 kregen wij tot taak de weg van Modjokerto naar Djombang op te breken, daarna zijn wij geleidelijk aan doorgegaan over Ngandjoek naar Madioen. In verband met een plotselinge ernstige ziekte van mijn echtgenote, repatrieerde ik wel erg onverwacht en na terugkeer in Nederland werd ik op 9 Mei 1949 gedemobiliseerd.