Nederland is een kunstmatig land. Mensen hebben het in cultuur gebracht en geschikt gemaakt voor bewoning, bebouwing, natuur, recreatie, land-en tuinbouw en industrie. De Nederlander staat er vrijwel nooit bij stil dat een kwart van zijn land beneden het gemiddelde peil van de zee ligt en dat de helft ervan zou overstromen als er geen waterkeringen waren. Een goede waterhuishouding is dan ook voor ons en ons land van het allergrootste belang. Zonder dijken, kaden, gemalen, sloten, stuwen, bergingsgebieden en al die andere waterstaatswerken zou meer dan de helft van Nederland, waarbinnen meer dan 10 miljoen mensen wonen en werken, eenvoudigweg niet bestaan. En als het afvalwater van de Nederlanders (woningen en bedrijven zijn samen goed voor 1, 5 miljard m3 per jaar) niet gezuiverd werd, zou het land ook onleefbaar zijn. Waterschappen zorgen voor de regionale waterhuishouding en houden het land leefbaar! In het algemeen geldt bij deze lagere overheden de regel, dat wie belang heeft bij het werk van het waterschap moet meebetalen aan de kosten en daarvoor ook zeggenschap krijgt in het bestuur. De trits Belang-Betaling-Bestuur, staat hoog in het waterschap’s vaandel.
Waterschappen behoren tot de oudste democratische-bestuurslichamen van Nederland. Door de jaren heen hebben zij altijd vitale en onmisbare taken uitgevoerd: bescherming van mens, dier en plant tegen overstromingen en zorg voor voldoende water van goede kwaliteit. Naast de oorspronkelijke Polders met hun eigen besturen, de tegenwoordige Waterschappen en voorlopig nog enkele Zuiveringschappen, vormen de Hoogheemraadschappen een aparte categorie: hun naam is historisch bepaald, omdat zij in het verleden vonnissen konden wijzen in strafprocessen. Bestonden vlak na W. O. II nog 2700 waterschappen (dit is de verzamelnaam voor alle 4 hiervoor genoemde vormen) , op dit moment bestaan er nog slechts 48 en de verwachting is dat dit aantal in de nabije toekomst nog verder zal afnemen tot ongeveer 25. Dit zijn dan nog uitsluitend zogenaamde all-in waterschappen, die alle zaken, inclusief de afvalwaterzuivering, tot hun taken mogen rekenen. Naast dit deel van waterkwaliteitszorg wordt schoon oppervlaktewater tot deze taak gerekend evenals de zorg voor de waterkwantiteit; met polder-en boezembemaling, stuwen en inlaatpunten wordt een vooraf vastgesteld polderpeil gehandhaafd. De derde en oudste taak van een waterschap is het beschermen van de bevolking en land tegen overstromingen. Hiertoe werden al in de 13e eeuw waterkeringen aangelegd. De dijken en kaden moeten op hoogte gehouden worden en stabiel blijven. De zorg voor drinkwater en het grondwater vallen nadrukkelijk niet onder het takenpakket van een waterschap.
Oudste Waterschappen
De oudste waterschappen dateren al van zo’n zes-zevenhonderd jaar geleden: de Hoogheemraadschappen: van Schieland (1273), van Rijnland (1286), van Delfland (1319); de oudste waterschappen in Groningen waren de zijlvesten. In de grondwet van het Koninkrijk der Nederlanden van 1848, legde de staatsman Thorbecke de plaats van het waterschap vast; het provinciaal bestuur sticht een waterschap of heft het op. Het geeft aan binnen welk grondgebied het waterschap bevoegd is. Het oefent toezicht uit op het werk van het waterschap en op zijn financiën. Bovendien legt de provincie vast hoe het bestuur van het waterschap is samengesteld en hoe het wordt gekozen. Doordat het waterschap niet rechtstreeks afhankelijk is van de rijksoverheid werkt het zelfstandig met eigen bevoegdheden; het heeft een gedecentraliseerd- maar bovenal een functioneel bestuur. Het heft zelfstandig belastingen zoals de omslag en verontreinigingsheffing.
Het Bestuur
Het bestuur lijkt veel op dat van een gemeente. Er is een algemeen bestuur, dat te vergelijken is met een gemeenteraad. Dit heet meestal de Verenigde Vergadering en haar gekozen ledenworden Hoofdingelanden genoemd. De kiesgerechtigde ingezetenen heten Ingelanden. Het dagelijks bestuur, vergelijkbaar met college van B&W, wordt bij een Hoogheemraadschap College van Dijkgraaf (voorzitter) en Hoogheemraden genoemd. De functie van Dijkgraaf, soms ook watergraaf genaamd, is anders dan vroeger, een volledige dagtaak. Hij wordt bijgestaan door een Secretaris/Rentmeester. Veelal is er tegenwoordig een directeur die de volledige verantwoordelijkheid voor alle operationele taken van het waterschap draagt. Doordat waterschappen een eigen bestuur en belastinggebied kennen vormen zij een krachtige en besluitvaardige bestuurslaag zonder directe politieke inmenging.
Watermanagement
De huidige tendens van het watermanagement is dat water het uitgangspunt wordt voor ruimtelijke ordening; het verhogen van dijken kan niet oneindig doorgaan en mede door het toenemend aantal lokale- en omvangrijke regenbuien wordt de opvang van water een steeds belangrijkere en nieuwe uitdaging voor de waterschappen. Opvanggebieden moeten tijdig in de ruimtelijke ordening worden ingepland.
Voor zover ik heb kunnen nagaan hebben zich in de Familie Kolff sedert 1789 vijftien verschillende mannelijke Kolffen met polder- en/of waterschapsactiviteiten beziggehouden.
– In 1795 was Gualtherus Kolff (A XIIIa) reeds Dijkschrijver van de Tielerwaard tot in 1835.
– Twee van zijn zoons waren daarna tot resp. 1842 en 1866 Secretaris van de Tielerwaard, terwijl schoonzoon Van Everdingen van 1865 tot 1897 als Dijkgraaf functioneerde.
– Het secretariaat van de Tielerwaard nam Mr Gualtherus Kolff (AC XIVc) van zijn vader over in 1866 tot 1876. Zijn broer Mr Marius Kolff (AC XVd) was Dijkgraaf van de Tielerwaard van 1903-1923 en Dijkgraaf van de Linge-Uitwatering van 1906-1923. Zijn zoon Mr Dr Gualtherus Kolff (AC XVId) was Dijkgraaf van de Linge-Uitwatering (later genoemd Waterschap van Beneden Linge) van 1924-1949. Ook zijn zoon Mr George Justinus (AC XVIIb) was Dijkgraaf, van de Tielerwaard. De oudste tak heeft zich dus op waterschapsgebied bepaald niet onbetuigd gelaten en een blijvend bewijs daarvan is het “Gemaal Kolff”, in dit gebied.
De C-tak van onze familie was en is nog steeds actief in waterschapsland:
– Adrianus Quirinus Kolff (CB XIIf) te Middelharnis was Dijkgraaf van Onswaard van 1789 tot 1795 en van Krayestein in 1806. Zijn zoon Cornelis (CBB XIIIf) functioneerde als Penningmeester van Krayestein, eveneens in 1806. Paulina Cornelia Kolff’s echtgenoot, Willem Johannes Vader (CBCA XIVk), was Dijkgraaf van Wissekerkepolder van 1890-1907.
Een tweetal ingenieurs op waterbouwkundiggebied mogen ook niet onvermeld blijven:
– Ir Arnoldus Catharinus Kolff (CBB XVIn) was Hoofd Ingenieur van het Hoogheemraadschap van Delfland van 1920 tot medio vorige eeuw, en
– Ing. Wouter Evert Kolff (CBCA XVIIIo) was Civiel Technisch Ambtenaar van Provinciale Waterstaat in Zeeland.
– Schrijver van dit artikel C.L.K. (CBCB XVIIp) tenslotte is Hoofdingeland van het Hoogheemraadschap van Schieland sedert 1985 voor de belangengroep Industrieel Bedrijfsgebouwd. De waterschapsorganisatie heb ik in de afgelopen decennia als buitengewoon dynamisch ervaren en nog steeds vind ik het een voorrecht en ook boeiend zitting te hebben in dit bestuur van zo’n overheidsorganisatie met roemrijke historie.
Cees L. Kolff
Zie ook: Links: De Colve en de pagina’s: Biografieën: Deil en 15 burgemeesters | |
Noot: Gelukkig doen noodsituaties zich maar zelden voor. Alleen tijdens de stormvloed van 1953 ging het bijna mis. Door het plaatsen een binnenvaartschip voor een ernstig verzwakt punt in Schielands Hoge Zeedijk bij Nieuwerkerk aan den IJssel kon een dijkdoorbraak worden voorkomen. Op die plek staat nu het monument ‘een dubbeltje op zijn kant’. |
|
Noot bij de afbeelding Hoogheemraadschap Schieland: Transporteren van afvalwater: Vanuit de gemeentelijke riolering wordt het afvalwater naar de awzi vervoerd. Dit transport verloopt via de negen rioolgemalen en de ruim 45 km persleiding die Schieland in beheer heeft. Daarnaast zorgen rioolgemalen en persleidingen van de inliggende gemeenten voor de overige aanvoer van afvalwater. In het figuur hiernaast zijn alleen de rioolgemalen en persleidingen weergegeven, die in het beheer van Schieland zijn. |