Henriette Jeannette en Gualtherus Johannes Kolff

familie kolff

Henriette Jeannette en Gualtherus Johannes Kolff, oprichters van de Nederlandse Blindenbilbliotheek

bijdrage door: Marius Kolff (CBCD XVIIw4), grotendeels overgenomen uit: Kolff in Zeven Eeuwen, door Nelleke Manneke

Overgenomen uit Genealogie CBA XIVh:

XIVh. Johannes Kolff, geb. Rotterdam 25 aug. 1799, ambtenaar (1826), makelaar (1832), overl. Rotterdam 25 jan. 1868, tr. 1e Leiden 18 okt. 1826 Constantia van Lelyveld, geb. Alkmaar 19 juli 1800, overl. Den Haag 11 april 1829, dr. van Pieter en Cypriana Anna Margaretha van Royen, tr. 2e Haarlem 27 april 1832 Christine Hermine Hacke, geb. Heilo 24 febr. 1809, overl. Den Haag 13 juni1877, dr. van Ds. Coenraad en Niesje van der Elst.
(…)
Uit het tweede huwelijk:
(…)

5. Henriette Jeannette Christine Kolff, geb. Rotterdam 8 juli 1835, philantrope, oprichtster en vice-presidente Ver. Kolff’s Blindenfonds, overl. Den Haag 1 mei 1927.
(…)

11. Gualtherus Johannes Kolff (R.O.N.), geb. Rotterdam 31 jan. 1846, oprichter en directeur Ned. Blindenbibliotheek, overl. Den Haag 14 okt. 1918.
(…)

Gualtherus was een achterkleinzoon van Adrianus Quirinus (1745-1826), de wijnhandelaar, reder en bestuurder uit Middelharnis. Ook Gualtherus’ vader Johannes (1799-1868) was zakenman; hij verdiende de kost als makelaar in koffie en woonde met zijn gezin in Rotterdam. Zijn eerste vrouw overleed in het kraambed na de geboorte van hun tweede kind. Johannes hertrouwde en kreeg met zijn tweede echtgenote nog twaalf kinderen. Hun oudste dochter, Hermine Agnes (1833-1870) zou trouwen met de beroemde dr. Hendrik Pierson (1834-1923), theoloog, filantroop, prostitutiebestrijder en directeur van de Heldringgestichten te Zetten. Het negende kind uit dit huwelijk was een jongen, Gualtherus Johannes. De jonge Gualtherus had, zoals men toen zei, ‘een zwak gestel’. Op twintigjarige leeftijd ging hij naar het Duitse Baden-Baden om aan te sterken. Het kuuroord deed hem geen goed. Hij liep er een oogontsteking op, die hem na een paar jaar volledig blind zou maken. De ziekte tastte op den duur ook zijn gehoor aan, waardoor hij tegen het eind van zijn leven zowel blind als doof was. Ook lopen lukte toen niet meer en Gualtherus werd afhankelijk van een rolstoel. Gualtherus werkte in eerste instantie onder de hoede van zijn familie: in de ‘koffiemakelaardij’ en sinds 1871 bij zijn broer Marie Henri die koopman was in lndië. Het zag ernaar uit dat hij, evenals zijn vader en broers -zijn andere broer was firmant bij Kolff & Witkamp- in het bedrijfsleven zou blijven. Zijn handicap zette hem echter op een geheel ander spoor.

Toen zijn blindheid hem steeds meer beperkte, vertrok hij naar Frankrijk om zich te bekwamen in een nieuwe vaardigheid: het door de blinde onderwijzer Louis Braille (1809-1852) ontwikkelde blindenschrift. Terug in Nederland trok hij in bij zijn oudere zuster Henriette (1835-1927) in Den Haag. Daar sloot hij zich aan bij de zojuist ontstane ‘brailleerbeweging’, waarvan de leden bestaande literatuur omzetten in braille, onderwijs gaven en het braillesysteem onder de aandacht van lotgenoten brachten.

Gualtherus, die evenals zijn zuster ongehuwd en financieel onafhankelijk was, stak al zijn tijd in de beweging. Hij hielp en organiseerde. Zijn inspanningen leidden in 1891 tot de oprichting van de Nederlandse Blindenbibliotheek in Den Haag, een nog altijd bestaand instituut. Gualtherus was niet alleen oprichter, maar tevens eerste directeur.

Ook een belangenvereniging voor blinden kwam er dank zij de actieve Gualtherus. Samen met een aantal lotgenoten richtte hij de Nederlandse Blindenbond op. De stichting van de bibliotheek en de bond vormde een belangrijk in de emancipatie van blinde en slechtziende Nederlanders. Zij organiseerden op deze wijze zelf de hulp waaraan zij behoefte hadden.

Gualtherus zette zich evenwel ook op meer traditionele wijze in voor zijn blinde medeburgers. Samen met zijn zuster richtte hij de vereniging Kolff’s Blindenfonds op. Het fonds verstrekte materiaal aan blinden, die daar hand- en knutselwerkjes van konden maken. Henriëtte verkocht deze werkjes op het strand van Scheveningen. Daarnaast richtte zij met haar broer de Stichting Blindenhulp op om blinden aan betaalde arbeid te helpen. Deze laatste activiteit had veel succes en kreeg na verloop van tijd financiële steun van de gemeente Den Haag. Gualtherus heeft zich tot aan zijn dood actief ingezet voor zijn lotgenoten in zijn woonplaats Den Haag.

(Bron: Manneke, N., Kolff in Zeven Eeuwen, 2001)

Kijk ook eens op de geschiedenis pagina’s van de NLBB (voorheen Nederlandse Luister- en Braillebilbliotheek, opvolger van de Nederlande Blindenbibiliotheek) (opent nieuw scherm)