Gualtherus’ zoons Adrianus
Quirinus (CB XIIf), (1745-1826) en Lambertus
(CC XIIg) (1749-1823) complementeerden, net
als hun grootvader en vader voor hen, publiek entrepreneurschap
met private bedrijvigheid. De prioriteit kon daarbij voor de
een heel anders liggen dan voor de ander. Behalve gezworene,
schepen, schout en baljuw, secretaris, rentmeester, thesaurier
en burgemeester, secretaris en dijkgraaf van polders, notaris
en commissaris van de verponding, waren de broers ook reders.
Maar Lambertus was toch in de eerste plaats de echte regent
en bestuurder, Adrianus Quirinus meer de ondernemer en man van
de Verlichting. In 1768 kocht de laatste, tegelijk met de erbij
behorende wijnhandel, het grote huis met pakhuis, wagenhuis,
stalling en erf aan de Voorstraat en begon er een eigen bedrijf.
Het jaartal staat nog op de deurpost boven de gebeeldhouwde
druiventros, terwijl boven het bovenlicht het familiewapen nog
steeds te zien is. Behalve als koopman was hij naar het lijkt
ook agrarisch ondernemer. Wat ook opvalt is zijn aktiviteit
op weldadig en cultureel terrein. Laat ons wat meer zeggen over
Adrianus Quirinus' maatschappelijke belangstelling en daarna
over zijn economische initiatieven, die in de loop van een aantal
generaties zouden leiden tot een soort verzamelbedrijf. |
 |
 |
Adrianus Quirinus Kolff
|
Hendrina van der Hoeven
|
|