Kaart Dag 3, 4, 5, 6
Hoogste pijnboom van de wereld
Hotel Panorama
|
Voordat we uit Fès vertrekken heb ik nog een lang gesprek met de
jonge, duidelijk ook gestudeerd hebbende, portier over het nut van
de Ramadan. Zoals zo vaak gedurende deze reis tijdens Ramadan: een verhelderend en intens diep gesprek!
Verder is het een wat vreemde
korte reisdag... we rijden Fès uit in zuidelijke richting en komen
bij een bekend merengebied waar we stoppen bij het eerste de beste
meer. We kunnen hier een beetje wandelen. Dat doen we, maar het
is eigenlijk koud en niet erg bijzonder mooi. Het merengebied moet
erg bijzonder zijn, het wordt zelfs in de reisgids uitgebreid beschreven,
maar we bezoeken het verder niet. Het lijkt een beetje tijd rekken
hier, want na de wandeling rondom het meertje gaan we direct verder
naar onze picknickplaats van vandaag. Een plek waar de grootste,
hoogste en oudste dennenboom ter wereld staat. Tenminste, als hij
nog leefde, want hij is vorig jaar (2004) helaas doodgegaan. Hij staat
er nog wel. Er zijn daar ook wat stalletjes met fossielen en mineralen.
We weten dan nog niet dat we deze de komende dagen overal zullen
zien en dat ze in de bergen bijna voor het oprapen liggen. Er zouden
hier apen zijn: wel we zien er één. Gelukkig maar.
We zien wel een aantal honden, die ik wat te eten geef omdat ik dat op dit moment nodig vond.
Voordat we gaan lunchen gaat Roel het dak van de bus op om ons onze
koffers te overhandigen: we moeten allemaal wat warmers aan, want de temperatuur
is hier niet hoog. Hierbij breekt een van de hengsels van mijn koffer,
maar dat wordt 's avonds door Lahcen heel goed geregeld: het wordt
gerepareerd, ergens, voor één Euro (10 Dirham). Dat
is trouwens erg makkelijk: 10 Dirham is 1 Euro. Je hoeft nooit echt
te denken als je een prijsvergelijking wil maken. De lunch is natuurlijk
goed, we krijgen er nu ook potjes yoghurt bij. Daarna lopen we met
z'n allen wat door het dennenbos.
Na de picknick rijden we door naar Ifrane. Hier heeft de koning
ook een paleis en veel rijke Marokkanen hebben er een tweede (of
derde...) huis. Het ligt hoog en is een wintersportgebied. Dat is goed te zien.
De huizen doen er Zwitsers aan. Er groeien dennenbomen. Zonder verder
commentaar van de reisleider stoppen we bij een uit de rotsen gehouwen
leeuw. Terwijl wij de leeuw bekijken heeft Moustapha een incident
met een verwend rijk Marokkaans jongetje in zijn vaders' Mercedes.
Die hadden we eerder niet onmiddellijk voorrang gegeven toen hij
van rechts kwam. Het valt ons op dat de reisleider, Lahcen, erg
weinig zegt over de plaatsen die wij bezoeken. We vragen wel en
krijgen dan antwoord, maar het komt allemaal niet vanzelf. Toch
mogen we Lahcen allemaal wel. Een korte rit brengt ons dan bij hotel
Panorama in Azrou. Dit is een hotel uit de Franse tijd. De lokale
Rotary heeft het als haar zetel. De kamers zijn goed, later zijn
douches en wc's toegevoegd. We hebben allemaal een balkon.
Het is nog vroeg in de middag. Ik besluit om in de tuin koffie te
drinken en wat te schrijven en lezen over onze reis. Fiona zit er
eerst bij, maar gaat later wandelen in het stadje Ezrou en de omgeving.
In het hotel is ook een restaurant en 's avonds splitst de groep
zich op in een gedeelte wat in het restaurant gaat eten en in in gedeelte dat liever de stad in wandelt om te gaan eten. Linda,
Martha en ik lopen naar Azrou, kijken er wat rond, en worden door
twee jongemannen naar een goed restaurant geleid. Hier drinken we
een heerlijke milkshake-achtige drank, en we eten er. Een schotel
van mijn bestelling wordt vergeten en dat is maar goed ook, want
met wat ik al had gekregen was ik al voldaan. Als we er koffie zitten
te drinken komen de jongemannen naast ons zitten en spreken we wat.
Dat ik zowel goed Frans als Spaans spreek komt opnieuw goed van
pas. Vaak vinden de gesprekken hierdoor via mij plaats, wat ik soms
onprettig vind vanwege alle aandacht die zich daarna uiteindelijk
meestal op mij richt. Er is natuurlijk niets aan te doen. We worden
al enthousiast gemaakt over Erfoud en de woestijn: een van de jongemannen
spreekt er met verve over.
Op de terugweg worden we aangesproken door een Nederlands sprekende
Marokkaan. Dat gebeurt trouwens wel vaker. Vaak gaat de discussie
over de problemen in de Nederlandse samenleving met de jonge Marokkanen.
Onze gesprekspartners blijven steeds beleefd.
Eenmaal terug in het hotel treffen we Lahcen en Moustapha in de
lounge en drinken we er nog een glas thee.
|