Het ontbijt wordt op het dakterras geserveerd en is goed.
Ik vraag een extra kop koffie en de vrouw die ons bedient
onthoudt dat: de volgende ochtend komt ze met een tweede kop
koffie voor mij, terwijl er dan eigenlijk geeneens tijd voor
is. Lief, en het zijn dit soort kleine dingen die het 'm doen!
Fiona en ik struinen door Essaouira. We lopen door enge steegjes,
langs oude muren, en langs in restauratie zijnde panden. We
komen bij een hotel dat helemaal is ingebouwd tussen de huizen
en de muren van de stad, aan de kant van de zee. Er staat
een schitterende portier die, nadat een groep Franse toeristen
hem had gefotografeerd, aan ons vraagt of we een toer van
het hotel willen. Dat willen we wel! Het is een prachtig hotel
gebouwd in de Ryadh-stijl. Er worden ons kamers getoond, en
suites. Eén van de suites spreekt ons enorm aan, deze
is gelegen op een hoek, aan de kant van de zee, en de ramen
geven direct uitzicht op de zee en de rotseilanden in de zee.
De kamerprijs was nu € 80 per nacht omdat het hotel pas
drie maanden geleden was geopend. Later zal de prijs boven
de € 200 komen te liggen. We vervolgen onze struintocht
en komen aan één van de bastions aan zee waar
ik lang bovenop de muur zit te genieten van het uitzicht op
de zee, op Essaouira, en op de mensen om ons heen.
Dan begint een toer langs wat winkels: het bastion blijkt
veel artisanerie te herbergen. Fiona koopt enkele vrij dure,
maar heel mooie schilderijen van een dame die zich hier enkele
jaren geleden vanuit Bordeaux heeft gevestigd. Ooit was ze
marketingmanager in Frankrijk, nu woont ze hier en maakt schilderijen
of werkt in opdracht aan decoratie van huizen zoals in Marrakech.
De tocht voert verder en we komen, nog steeds daar vlakbij,
bij de vader van een kunstenares die veel goedkopere schilderijen
verkoopt, maar die zijn dan ook niet zo bijzonder. Wat
hier bijzonder is was het mandje met puppies en kittens...
Spelende hondjes, ook buiten die mand, en al die kleine katjes,
met een wat verveelde moederkat, trekken niet alleen onze
aandacht, maar ook die van alle andere passanten, waaronder
een groep Joodse toeristen uit Israël, die op bezoek
en op zoek zijn naar hun Marokkaanse roots. Daarna koopt Fiona
nog stoffen en een kleed. Hoe dat allemaal mee naar huis moet?
Op weg naar het hotel zien we in onze straat aan de rechterkant
een grappig pleintje. We lopen het op en gaan buiten zitten
bij een cafeetje. Daar nemen we heerlijke omeletten en thee
en koffie. De eigenaar onderhoudt zich lang met mij over Ramadan,
politiek, geschiedenis en andere zaken, terwijl Fiona nog
eens langs de winkeltjes daar loopt. Het grappige pleintje
blijkt ooit te zijn gebouwd als slavenmarkt....
Eenmaal terug in het hotel gaan we eerst het dak op om de
dagelijkse oproep af te wachten en de spanning daarvoor op
straat mee te maken. We laten we de gekochte spullen achter
en na wat rusten en wat thee gaan we voor de avond weer de
stad in. Bij het kopen van schoenen maken we een dol uurtje
door. Het is in de Rue Laâlouj waar Fiona bij een winkel
wat leuke Marokkaanse muiltjes ziet. We stappen de open winkel
binnen en worden hartelijk verwelkomd. Ik zie sloffen die
ik graag wil hebben. We beginnen te onderhandelen. Fiona is
daar erg goed in en ik heb veel van haar geleerd deze reis.
Met veel nee-schudden, lachen, zuchten en steunen, handen
geven, vrienden erbij halen, stoelen lenen van de buren en
muziek uitkiezen komen we nog lang niet tot de prijs die wij
en de verkoper de beste vinden. Dan eerst maar thee. Er wordt
muntthee gehaald. Muziek, we dansen. Allemaal: Fiona, ik,
de verkoper en zijn vrienden. Het bieden gaat door en we komen
er heus wel uit. Dat ik Spaans spreek vindt men overal prachtig,
nu men dat hier ontdekt ook hier dus weer, dus gaan we daar
even op door. Als we uiteindelijk tot een goede prijs komen,
Fiona heeft er dan inmiddels nog een paar schoenen bij uitgezocht,
is de verkoper zo enthousiast dat hij mij omhelst, waarbij
mijn thee over Fiona heen gaat. Ontsteltenis alom, maar al
gauw is alles weer in orde. Nu de koop gesloten is nodigt
de verkoper ons uit om bij hem te komen eten. Hoe leuk ook,
dat slaan we vriendelijk maar beslist af.
We lopen verder en komen bij de winkel met producten van hout.
Wij bezochten deze winkel de avond tevoren al. Ik hoop hier
geschenken voor de mensen die thuis voor Lotte, mijn hond,
en voor Ed en Nub, mijn katten, zorgen. Verder gaan we op
zoek naar een leuke plek om te eten. We belanden in een crêperie
- de naam is me nu even ontschoten, maar hij is vernoemd naar
de stad in Frankrijk waar deze crêpes vandaan komen,
waar we behalve heerlijke crêpes ook appelcider nemen
en leuke gesprekken hebben met de man die ons bedient.
Dan begeven we ons weer richting Tarot waar we het de avond
tevoren zo goed hebben gehad. We nemen plaats op het dakterras,
maar helaas houdt de muziek, ditmaal een andere band, er al
gauw mee op. We zijn dan ook al laat. Toch blijven we er lang.
Als we 's nachts teruglopen naar het hotel is de hoofdstraat
nog zeer levendig.
|