de opluchting waarmee
ik akkoord ga
dat ze iemand anders' naasten zijn
de vreugde dat niet
ik
de wolf ben van hun schaapjes
we leven met elkaar
in vrede en veiligheid
dingen die de liefde
te geven noch te nemen vermag
op hen hoef ik niet
van raam naar deur te wachten
bijna zo geduldig
als een zonnewijzer
begrijp ik
wat de liefde niet begrijpt
vergeef ik
wat de liefde nooit vergeven zou.
van ontmoeting tot
brief
verstrijken geen eeuwigheden
maar gewoon enige dagen of weken
reizen met hen zijn
altijd geslaagd
concerten worden beluisterd
kathedralen bezichtigd
landschappen blijven scherp omlijnd
en wanneer onze wegen
zich scheiden
dan zijn die wegen
op elke kaart te vinden
als ik in drie dimensies
leef
in een ruimte lyrisch noch retorisch
met een echte, dus bewegende horizon
dan is dat hun verdienste
ze weten zelf niet
hoeveel ze in hun lege handen dragen
"ik ben hun niets verschuldigd,"
zou de liefde antwoorden
op deze open vraag
1976