onze tijgers drinken
melk
onze valken stappen heen en weer
onze haaien verdrinken in het water
onze wolven geeuwen voor de open kooi
onze slangen hebben
hun bliksems afgeschud
onze apen hun aspiraties, onze pauwen hun veren
de vleermuizen zijn al veel eerder uit ons haar gevlogen
we verstommen midden
in een zin
glimlachen reddeloos
onze mensen
kunnen niet met elkaar praten.
1962